B0001 – De verhalen van Jezus: Mozes – Simson en Delila – De Schepping

Mozes: De Hebreeuwen zijn door de Farao van het oude Egypte tot slaven gemaakt. Ze moeten dag in dag uit ploeteren in de brandende zon, zonder rust, zonder hoop. Dan staat een van de slaven op tegen de Farao. Zijn naam is Mozes. Hij eist dat alle slaven in vrijheid worden gesteld. De Farao reageert minachtend; hij heeft immers de macht over een heel imperium! Maar Mozes heeft de steun van God. Mozes roept enorme rampspoed af over het land om de macht van de Farao te breken. Een wonder openbaart zich als Mozes en zijn volk doorhet woedende leger van de Farao dreigen in de zee te worden gedreven.

Simsom en Delila: Wanneer de Israelieten zich opnieuw misdragen, levert God hen over aan de Filistijnen. De enige die zich verzet is Simson, een zeer sterke man. Omdat het de Fillistijnen niet lukt om Simson met geweld gevangen te nemen, proberen ze het door bedrog. Ze kopen Delila om. Omdat Delila de vrouw is waar Simson van houdt, weten de vorsten van de Filistijnen dat Simson zijn geheim alleen aan haar zal vertellen. Simson vertelt haar zijn geheim dat als zijn haren worden afgeknipt hij zijn kracht zal verliezen. Als Simson slaapt scheert Delilah zijn hoofd kaal. De Filistijnen nemen hem gevangen en maken hem blind. Simson vraagt God nog een keer zijn grote kracht terug te geven. God verhoort zijn gebed. Simson duwt met zijn laatste krachten tegen de pilaar van de tempel. Deze stort in en met de tempel sterven de vorsten en alle mensen die zich daar bevinden.

De Schepping: In het begin schiep God de hemel en de aarde. Hij creëerde het licht, scheidde het water, maakte het onderscheid tussen dag en nacht, schiep de planten en dieren en tenslotte de mens. God legde een tuin aan in Eden en daar plaatste Hij de mens, Adam en Eva genaamd. De tuin van Eden stond vol met fruitbomen. God had Adam en Eva verboden om de vruchten van de middelste boom te eten. Eva werd verleid door de sluw slang. Ze plukt de vrucht en eet ervan. Ook Adam eet van de vrucht. God is teleurgesteld in de mens en Adam en Eva worden uit de tuin van Eden gejaagd.