A0236 – De Bijbel: Jezus
De tijden zijn zwaar in Galilea. Het juk van de Romeinse overheersing weegt zwaarder en er heerst chaos en onzekerheid. Na de dood van Jozef bezoekt Jezus Johannes de Doper en wordt door hem gedoopt. Hij trekt zich terug in de woestijn, waar de duivel hem probeert te verleiden met macht en rijkdom. Jezus weerstaat deze verleiding, keert terug naar huis en weet nu wat zijn taak in deze wereld is. Hij verricht wonderen en geneest zieken. Zijn volgelingen worden steeds groter in getal. Wanneer Jezus Lazarus weer tot leven wekt, kent zijn populariteit geen grenzen en wordt hij ingehaald als een vorst. Hierdoor wordt Jezus als een regelrechte bedreiging voor de godsdienstige autoriteit van Kajafas beschouwd en uiteindelijk ter dood veroordeeld. Jezus weet dat zijn dood onvermijdelijk is en hij neemt bij het laatste avondmaal afscheid van zijn apostelen. Na het verraad door Judas wordt Jezus gevangen genomen en gekruisigd. Hij wordt in een grot begraven. Drie dagen later is de grot leeg en verschijnt Jezus aan zijn apostelen